Doelgroep DC

De ondersteuning van leerlingen is primair een taak van de leerkracht en de school. Iedere school wordt geacht om de (door het samenwerkingsverband passend onderwijs omschreven) basisondersteuning te bieden. Is er meer nodig, dan spreken we van extra ondersteuning.

 

Bij die extra ondersteuning kan het Dienstencentrum betrokken zijn. Maar ook ten aanzien van leerlingen die onder de basisondersteuning vallen, kan de school vragen hebben of kan de expertise ontbreken. In principe zijn de orthopedagogen betrokken bij leerlingen met ondersteuningsniveau 3 of 4 uit de piramide van ondersteuningsniveaus in passend onderwijs:

De ondersteuningspiramide van passend onderwijs is een escalatie model voor het opschalen van de ondersteuning aan leerlingen. Het kenmerkt zich door de groeiende betrokkenheid van specialisten en het inzetten van steeds specifiekere interventies. Toevoeging van de verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs als ondersteuningsniveau 5 maakt het continuüm voor het onderwijs compleet.

De eerste drie niveaus omvatten de basisondersteuning. Ondersteuningsniveau 1 en 2 worden door de leerkracht in de groep uitgevoerd. Bij niveau drie kan de leerkracht een beroep doen op de intern begeleider of andere deskundigen van binnen of buiten de school. Het arrangement dat de leerling wordt geboden sluit aan op het programma van de groep.

Als achterstanden ontstaan kan het nodig zijn om een apart programma te bieden. Leerlingen werken dan aan eigen doelen, kunnen onvoldoende zelfstandigheid laten zien en meer aansturing nodig hebben, waarvoor een op maat gemaakt plan wordt opgesteld. Deze leerlingen in ondersteuningsniveau 4 noemen we maatwerkleerlingen. Het zijn leerlingen waarbij het Dienstencentrum betrokken is.